- Tentoonstelling: Van Dada tot Surrealisme
- Jaren dertig
Introductie
In de jaren dertig namen kunstenaars Marcel Janco en M.H. Maxy in toenemende mate afstand van radicale vernieuwingen. Janco nam afscheid van de provocerende Dada en keerde terug naar een figuratieve en expressionistische stijl. Maxy gaf het integralisme, een combinatie van moderne ‘ismen’, op voor kunst die in de buurt van sociaal realisme kwam.
Een tweede golf van de Roemeense avant-garde concentreerde zich rond Unu (Één), een nieuw tijdschrift uitgegeven door Saşa Pană (Alexandru Binder). Victor Brauner maakte er tekeningen voor, en verruilde langzamerhand het dadaïsme en constructivisme voor het surrealisme.
Marcel Janco
Marcel Janco (Boekarest, 24 mei 1895 – Ein Hod, 21 april 1984)
Marcel Janco geldt als één van de voornaamste avant-garde kunstenaars uit Roemenië. Hij was medeoprichter van het Cabaret Voltaire in Zürich en redacteur van het belangrijkste Roemeense avant-garde tijdschrift Contimporanul.
Voor zijn studie vertrok hij naar Zürich. Als dadaïst van het eerste uur nam hij al vanaf 1916 deel aan tentoonstellingen en performances. Na terugkeer in Boekarest in 1921 kreeg hij grote invloed op de ontwikkeling van de avant-garde in zijn geboorteland. In de jaren dertig verslechterde de situatie voor joden in Roemenië: Janco maakte toen zijn eerste reis naar Palestina. In mei 1939 had Janco zijn laatste tentoonstelling in Roemenië. Direct nadat zijn zwager tijdens de pogrom van januari 1941 in Boekarest was doodgemarteld, emigreerde Janco met zijn gezin naar Palestina. Daar stichtte hij in 1953 het kunstenaarsdorp Ein Hod. In 1983, een jaar voor zijn overlijden, opende in Ein Hod het Janco Dada Museum.
Café concert, 1925-1927 In de tweede helft van de jaren twintig nam Janco een expressionistische stijl aan. Het non-illusionistisch kleurgebruik en de nadrukkelijke penseelstreken moesten de toeschouwer doen beseffen dat hij naar een schilderij keek, en niet naar een realistische voorstelling.
Inzage in het universum, 1931 Dit nachtelijk stadslandschap is kenmerkend voor Janco’s overstap naar het expressionisme. De gebouwen zijn vervormd en de ruimte is verwrongen door een reusachtige onzichtbare hand. Het kubisme maakte plaats voor vrijmoedige vertekening, die het verschil openbaart tussen wat de schilder ziet en de uiteindelijke neerslag daarvan.
M. H. Maxy
M.H. Maxy (Brăila, 26 oktober 1895 – Boekarest, 19 juni 1971)
Maxy is de kunstenaarsnaam van Maximilian Herman. Maxy studeerde schilderkunst aan de Academie van Schone Kunsten in Boekarest. In 1922 ging Maxy in de leer bij Arthur Segal in Berlijn. In de Duitse hoofdstad maakte hij kennis met de avant-garde in al zijn verscheidenheid. In 1923 keerde Maxy terug naar Roemenië. Naast zijn bijdragen aan het tijdschrift Contimporanul introduceerde hij in 1925 met het avant-gardistische tijdschrift Integral een nieuwe kunststroming. Ook werkte hij als toneelontwerper voor verschillende theaters. In 1928 opende Maxy de Studio voor Toegepaste Kunst. In de jaren dertig bepaalde zijn sociale bewustzijn in toenemende mate zijn schilderijen. Zo beeldde hij bijvoorbeeld vaak arbeiders af.
Na 1941 maakten de rassenwetten het Maxy onmogelijk zijn werk te exposeren. Hij werd leraar aan de Joodse Kunstschool, waar joodse studenten terecht konden die waren weggestuurd van officiële Roemeense kunstacademies. In het communistische Roemenië was Maxy van 1949 tot aan zijn dood in 1971 directeur van het Nationaal Kunstmuseum van Roemenië in Boekarest.
Zelfportret, 1932 M.H. Maxy experimenteerde met het maken van een nieuw soort portret, waarbij hij de algemene regels van het genre verwierp. Hij schilderde zijn hoofd als een onbestemd, imaginair landschap en stelde beide genres daarbij opzettelijk tegenover elkaar.
Sint-Jorisplein in stutten, 1935 Het Sint-Jorisplein ligt in het oude centrum van Boekarest, dicht bij de joodse wijk. Dit nachtelijk stadslandschap ademt ogenschijnlijk rust en vrede uit, maar de sfeer blijkt bij nader inzien tamelijk verontrustend en intrigerend.
Victor Brauner
Victor Brauner (Piatra-Neamţ, 15 juni 1903 – Parijs, 12 maart 1966)
Victor Brauner was een belangrijke vertegenwoordiger van het surrealisme. Hij werd geboren in de oostelijke Karpaten. Na een antisemitische boerenopstand in 1907 emigreerde het gezin. In 1919, vijf jaar na terugkeer in Boekarest, kreeg de familie Roemeens staatsburgerschap. In datzelfde jaar begon Brauner zijn studie aan de Nationale School van Schone Kunsten in Boekarest.
In 1924 had hij zijn eerste solotentoonstelling in Boekarest en nam hij deel aan de Eerste Internationale Kunstexpositie van Contimporanul. In 1930 maakte Brauner in Parijs kennis met André Breton en het surrealisme, dat zijn nieuwe inspiratiebron werd. Financiële problemen dwongen hem in 1935 naar Boekarest terug te keren. Geschrokken door een wet die joden verplichtte het staatsburgerschap opnieuw aan te vragen, vertrok hij in 1938 definitief naar Frankrijk. Na de Tweede Wereldoorlog nam Brauners bekendheid snel toe: hij exposeerde in New York, Londen, Parijs en Amsterdam.
Compositie, 1930-1935 Bij verschillende gelegenheden heeft Victor Brauner verkondigd dat al zijn werken ‘autobiografisch’ waren. In dat opzicht kunnen de fantasiedieren in zijn werk misschien ook wel worden opgevat als een symbolische uitbeelding van zijn diepste persoonlijke angsten.
Compositie met portret, 1930-1935 Brauner maakte zich ernstig zorgen over de politieke ontwikkelingen in Europa. Hij besloot de maat van zijn werk terug te brengen en maakte de ‘kofferschilderijen’, die klein genoeg waren om in geval van nood in een reisvalies te passen. Het gezicht van het model is met het naakte lichaam van een model vermengd, zonder natuurgetrouwe anatomische verhoudingen.